PINCOFFS!

Historische Figuren

Lodewijk Pincoffs (1827- 1911)

Lodewijk Pincoffs wordt in 1827 geboren in Rotterdam. Zijn vader Abraham Levy is als 16- of 17-jarige jongen vanuit Pruisen naar Rotterdam getrokken. Lodewijk is voorbestemd voor de handel. Hij doet onder meer praktijkervaring op in Manchester. Met zijn zwager Henry Kerdijk richt hij in 1849 de firma Kerdijk en Pincoffs op, die handelt in verfwaren, kleurstoffen en drogerijen. In 1851 trouwt hij met Esther Raphaël, de dochter van een Amsterdamse bankier. Ze krijgen drie zonen. Vanaf 1857 gaan Kerdijks en Pincoffs handel drijven met Afrika. Hiertoe richten ze de Afrikaansche Handelsvereniging op.
In 1872 richt Pincoffs met Marten Mees de Rotterdamsche Handelsvereniging op om de havens op Feijenoord te ontwikkelen. Met de Afrikaansche Handelsvereniging gaat het slecht en zonder dat iemand ervan weet sluist Pincoffs grote sommen geld van de Rotterdamsche Handelsvereniging door naar de Afrikaansche. Als de fraude in 1879 uitkomt, vlucht hij met zijn gezin naar New York. Bij verstek wordt hij veroordeeld tot acht jaar gevangenisstraf.

Henry Kerdijk (1822-1889)

Henry Kerdijk wordt in 1822 geboren als Henry Polak, maar de familie verandert de achternaam in Kerdijk, omdat ze vinden dat er al zoveel mensen met de achternaam Polak zijn.
Henry trouwt in 1847 met Adriana Pincoffs, een zuster van Lodewijk Pincoffs.
Nadat de fraude is ontdekt in 1879 probeert hij te vluchten en doet een mislukte zelfmoordpoging. Hij wordt schuldig bevonden aan valsheid in geschrifte en veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee jaar. In zijn cel vertaalt hij Goethes ‘Faust’ in het Nederlands.

Marten Mees (1828-1917)

Marten Mees studeert rechten in Utrecht. In 1856 trouwt hij met Anna Mees, de dochter van een remonstrantse predikant. In 1858 wordt hij firmant van het familiebedrijf Mees en Zoonen, een kassiersbedrijf. In 1863 is hij een van de oprichters van de Rotterdamsche Bank. Als kassier voert hij een voorzichtig beleid. Zijn devies is: waken en het midden houden.
Samen met Lodewijk Pincoffs richt hij de Rotterdamsche Handelsvereniging op die de uitbreiding van de havens naar Feijenoord moet financieren.
De fraude van Pincoffs brengt hem op de rand van een bankroet, maar het meest geschokt is hij door het misbruik van vertrouwen door iemand die hij altijd als een vriend heeft beschouwd.